More...

Harry A. Poeze

Harry A. Poeze is a senior researcher at KITLV (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde

 

quote-left

In 1919 the well-educated Frans de Jongh (1895–1972), from a large impoverished Catholic family, took up a job with the Holland China Handelscompagnie (hchc), and was posted in Shanghai as a bookkeeper. hchc, which later became part of trade firm Internatio, also had branches in Hong Kong, Tientsin, and Canton. De Jongh was to stay in China until 1946, interrupted by four furloughs. In 1929 he married a Dutch and Catholic wife, who bore him six children. They all spent their childhood in China. Another relative, Mieke Melief, has reconstructed this family’s fate in a country in turmoil using a wide range of sources, including the numerous letters De Jongh sent to his relatives, the reminiscences of eldest daughter Anneke (1930), and notes made by De Jongh himself in 1969–1970.

In 1926 De Jongh was moved to Tientsin to become head of the office in this northern harbor town. It was one of the sixteen treaty ports, where western countries and Japan had forced the weak Chinese government to grant them extraterritorial rights, altogether relinquishing its sovereignty. Thus, Tientsin at one time was divided among eight foreign powers. Notwithstanding the civil war in China, and the expansionist aims and actions of Japan trade went well. De Jongh was successful. He and his family lived a comfortable and cosmopolitan life, in colonial surroundings similar to these of the Indies.

De Jongh’s letters are mostly about family matters—and of these there were many, as there were a lot of kin—which are accurately summarized by editor Melief. The book might have profited from the omission of parts of these rather trivial reports. De Jongh is rather brief on the political situation, and generally does not rise above the clichés on China and Japan that dominated the times. Melief does well to include extensive surveys on the political developments, on the fascinating urban society of Shanghai, and on lesser-known Tientsin. Although weakened by low volumes of trade, hchc managed to function until World War ii broke out. In December 1941, with the attack on Pearl Harbor, the ever increasing Japanese presence lead to an occupation of Tientsin and its foreign concessions. Citizens of enemy countries were left undisturbed, but subjected to town arrest. In March 1943 they were all—more than 2,000 men, women and children—interned in Weihsien (Shantung), 350km from Tientsin, one of the twenty-five internment camps for enemy citizens in China. Melief’s account of the experiences of the De Jongh family during their two and a half years in Weihsien is one of the rare reports about internment of Dutchmen in China. recent dutch-language publications.

Based on the available Anglo-Saxon sources and Anneke’s memories, a comprehensive picture emerges. Compared with the Indonesian camps differences are obvious: no separation of men and women, no harsh treatment, no vexation, and the freedom to organize camp matters as the internees wished. Still the camp was overcrowded, facilities were poor, and with the lapse of time the general lack of food led to illnesses, with a shortage of medicines and medical facilities. This is similar to the Indonesian circumstances, but on top of this the China internees had to cope with extreme cold and heat. After being liberated in 1945 by the us army, it was soon clear that pre-war trade could not be restored. De Jongh’s family repatriated. Their unique China years are timely recorded, thanks to painstaking research.

 

Ieme van der Poel

Professor emerita Franse Literatuur aan de UVA

 

quote-left

In dit prachtig uitgevoerde boek beschrijft Mieke Melief het leven van een Amsterdamse familie in China tijdens het Interbellum. De kern van het boek wordt gevormd door een collectie brieven uit het archief van haar familie, aangevuld met mondelinge herinneringen van één van haar tantes aan deze bijzondere kinderjaren.

            Het boek geeft in de eerste plaats een heel goed inzicht in het dagelijks leven van de Europese gemeenschap in China dat zich het beste als ‘koloniaal’ laat omschrijven in een land dat strikt genomen geen kolonie was, maar waar de Europese mogendheden natuurlijk wel veel belangen hadden, zowel commercieel als politiek. Doordat de auteur veelvuldig citeert uit de correspondentie waarover ze de beschikking had, krijg je niet alleen een inzicht in het dagelijks leven van de familie de Jongh in China, maar ook een uniek beeld van hun denkwereld. Zo schrijft ‘oom’ Frans, de hoofdpersoon, wanneer hij nog vrijgezel is over zijn lotgenoten het volgende: ‘Je leven gaat bestaan uit zenuwachtig gejaagde werktijden en als afwisseling is er niets anders dan vrienden en soos en drinken enz. waarbij je voor je 40e jaar al oud en afgeleefd bent en heel spoedig door je vrienden met een paar mooie kransen naar het kerkhof gebracht kan worden.’ (p. 95).

            Trouwen (met een Europese vrouw uiteraard) wordt gepropageerd als het meest probate middel tegen dit vroegtijdige verval en dat doet Frans de Jongh dan ook. In 1929 trouwt hij de Amsterdamse Willy Defoer. Het jonge paar woonde aanvankelijk in Hong Kong dat zij later verruilden voor Shanghai en Tientsin. Het leven van de jonge echtgenote bestaat voornamelijk uit het afleggen van visites, ontvangsten organiseren en het (keuken)personeel instrueren. De auteur heeft een gelukkige hand van citeren. Zo lezen we dat de jonge echtgenote graag haar ‘zijdjes’ droeg en dat ze haar ouders verzocht om haar blikken authentieke, Hollandse appelmoes op te sturen. Ook verzucht ze dat ‘Chinezen niet zo goed stoften.’ (p. 157). We kunnen daar nu om glimlachen, maar je vraagt je ook wel af hoe een maatschappij zoveel talent – want Willy Defoer was een intelligente, goed ontwikkelde vrouw – ongebruikt kon laten. Zodra er kinderen komen, wordt het moederschap een vanzelfsprekende levensvervulling. Vijf kinderen was natuurlijk ook niet niks, ook al was er altijd personeel voorhanden.

            Interessant is de beschrijving van de jaren waarin het gezin geïnterneerd was, want informatie over dergelijke Japanse kampen in China is schaars. De omstandigheden waren primitief, maar de gevangenen, beschouwd als ‘honorable prisoners of war’ werden relatief goed behandeld. Hilarisch en interessant is de beschrijving van het lot van de Italianen (als ‘dishonorable prisoners of war’) in het kamp.

            Met Hier in het Oosten alles wel heeft Mieke Melief een boeiende en lezenswaardige familiekroniek geschreven. Daarbij is het prijzenswaardig dat ze zich niet beperkt heeft tot de familiehistorie alleen, maar ook een zeer volledig, historisch tijdsbeeld schetst, waarbij zelfs een ‘filmografie’ niet ontbreekt. Het is niet alleen een groot plezier om dit boek te lezen, het kan zeker ook als uitgangspunt dienen voor nader, wetenschappelijk onderzoek naar bepaalde aspecten van het leven van Europese expats, mannen, vrouwen en kinderen, ten tijde van het Interbellum.

 

Ambassade Koninkrijk der Nederlanden

 

China

quote-left

Met genoegen hebben wij hier op de ambassade kennisgenomen van het boek. De volledigheid waarmee het boek is geschreven geeft een goed beeld van die tijd, maar vooral ook van het leven dat uw familie geleefd heeft en het leed dat men geleden heeft. Dank voor het delen van dit persoonlijke levensverhaal in al zijn hoogte- en dieptepunten.
Het boek is opgenomen in de collectie van de ambassade, waardoor het ook in de toekomst als naslagwerk zal dienen voor de medewerkers.

 

 Mr. dr. Monique Ravoo

 

DSB-bank

quote-left

Wat een prachtig verhaal van/over je moeder, je grootouders en China in de eerste helft van de vorige eeuw. Wat een tijd en wat een ervaringen. Het heeft m'n inzicht vergroot.  Mijn complimenten aan de schrijfster. En respect voor haar inspiratiebron.


Frans-Paul van der Putten                       Sinoloog en onderzoeker aan het Clingendael instituut


Ik vind het boek een bijzondere en zeer geslaagde combinatie van een biografie en een sociale geschiedenis, die bovendien leest als een historische roman. De meest aansprekende aspecten zijn: 
- inzicht in de levens van de mensen die deel uitmaakten van de politieke en economische processen die de Europese invloed in China vormden en die doorgaan alleen in abstracte vorm of vanuit het perspectief van enkele invloedrijke individuen beschikbaar zijn; zeker in het geval van de Nederlandse aanwezigheid in Republikeins China is heel weinig bekend; bij mijn onderzoek naar Nederlandse ondernemingen in China kwam ik veel namen van expats tegen maar vond ik nauwelijks informatie over hoe ze leefden in China;
- het perspectief en de beleving van Europeanen in China tijdens de naderende Tweede Wereldoorlog in de aanloop naar 8 december 1941; dit fascineerde mij ook bij mijn promotie-onderzoek, zowel wat betreft de persoonlijke drama's van burgers die in een oorlog verwikkeld dreigden te raken als ook het veelal ontbrekende besef bij Europeanen dat de wereld die ze hadden opgebouwd in Azie op het punt stond in te storten;
- de lotgevallen van Nederlanders tijdens hun internering in Weihsien, een onderdeel van de historische Nederlands-Aziatische relatie waar ik nog helemaal niets over wist.


Fascinerende geschiedschrijving rond een Hollandse familie in de eerste helft van de vorige eeuw. Fascinerend omdat in dit boek kleine en grote geschiedschrijving samenkomen: het veilige, beschermde vooroorlogse familieleven en de oorlog met Japan, die alles verandert. Alleen al het deel over het leven in het Japanse interneringskamp is een boek waard.

Nout Wellink
Jeroen Smit               Journalist en auteur

Waarom schrijven we onze geliefden geen lange brieven meer? Waar is die rust gebleven? Frans de Jongh zorgt ervoor dat je gaat verlangen naar een tijd waarin China en de maan ongeveer even ver van Amsterdam waren verwijderd. 

Ook buiten de familiale lens zal dit verhaal belangstelling opwekken. De lotgevallen van Nederlanders in het China van het interbellum komen zo in zicht. 

Jan Bank Historicus
Rudolf Dekker    Historicus

Mieke Melief laat zien dat egodocumenten een dimensie aan de geschiedschrijving toevoegen. Via de brieven van Frans de Jongh opent ze een wereld die anders gesloten zou blijven. 


Een boeiend en uniek document over een woelige periode in de 20ste eeuw.– Thea L. Heres, classicus en auteur

Thea L. Heres      Classicus en auteur
Jos Lips

Een fascinerend verhaal waarin de bijzondere lotgevallen van de familie verweven worden met het tijdsbeeld en een deel van de geschiedenis.

De verhalen van dochter Anneke over het leven onder de Japanse bezetter, aangevuld met informatie uit tal van andere bronnen, geven een beklemmend beeld van een periode uit onze geschiedenis, die in Nederland lang onderbelicht is gebleven.

Henk van Gessel    Classicus en auteur
Bert Melief

Heel degelijk en goed leesbaar boek met veel diepgang en passie.  Mooi taalgebruik; goedlopende, soms meanderende zinnen, maar niet wijdlopig, en al helemaal niet de zo modieuze stijl van korte afgebeten zinnetjes. ik vond het een groot genoegen dit boek te lezen en ik heb bewondering voor het doorzettingsvermogen van de auteur. Dit is geen sinecure geweest.