Kerstmis in Weihsien

Deze kerstkaart werd gemaakt door een gevangene in Weihsien, het jappenkamp voor geallieerde burgers in Noord-China.  Hoewel er een groot tekort was aan papier, inkt, kleurpotloden of verf, lukte het de geïnterneerden toch om van de laatste restjes mooie kaarten en affiches te maken.  De geïnterneerden waren vaak ernstig ondervoed maar spaarden ook voedsel om met kerst iets extra’s op tafel te kunnen zetten. Voor de kinderen werd speelgoed gemaakt van materiaal dat afkomstig was van de afvalhopen in het kamp. Het was erg moeilijk om te communiceren met de buitenwereld.  Af en toe mochten  de gevangenen een berichtje naar hun families sturen op een klein Rode Kruis formulier. De meeste brieven werden achtergehouden door de Japanse staf en op een stapel in een schuurtje bewaard. Toch slaagden de bewoners  er op heldhaftige wijze in om de moed niet te verliezen en om vooral de moeilijkheden zoveel mogelijk voor hun kinderen te verbergen.

 

Hoop op betere tijden

Met weemoed zullen  de geïnterneerden in het kamp teruggedacht hebben aan de onbezorgde kerstfeesten, die ze voor de oorlog vierden in mooie verdragssteden als Hong Kong, Tientsin en Shanghai. Op de kerstkaart van 1936, die de ouders van Anneke de Jongh aan vrienden en familie stuurden, zien we een gelukkig en welvarend gezin. Ook  hun brieven van voor de oorlog vertellen over de feestelijke kerstdagen. Ieder jaar stond er bij de De Jonghs in de hoek achter de divan een kingsize boom, die pas na een sobere Adventsperiode van vier lange weken, op de dag voor kerst opgetuigd mocht worden, hetgeen de taak van vader Frans was. De volgorde was belangrijk, eerst de piek, dan de kaarsjes, dan de slingers. De losse ballen mochten pas op het laatst in de boom gehangen worden. Er stond een teil water naast met een steelpannetje, om een eventuele brand te kunnen doven. De kampbewoners verlangden juist met kerstmis wanhopig naar vrede in China.

Frans schrijft op Kerstmis-avond 1940, dat ze kerst dit jaar goed gingen vieren, omdat het kerstfeest in 1939 helemaal in het water gevallen was vanwege een zeereis uit Europa. Ze hadden nu een grote kerstboom, veel cadeautjes en lekkers en er was een maaltijd met kalkoen gepland voor vijftien mensen. De jezuïet Klok logeerde bij hen. Willy schrijft op 28 december 1940:

Met kerst was het erg gezellig in huis

Ik hou van een huis vol mensen. De kalkoenen waren verrukkelijk. Ze hadden al tien dagen op hun erf rondgelopen. Antoon had reuze schik gehad met die beesten, enig om te zien. De kersttafel was versierd met kabouters, poinsettia en minikerstboompjes. De hele familie kreeg een souveniertje. De volgende dag hebben we koude kalkoen gehad met niertjes en gebakken eieren voor lunch & geen warm eten want de jeugd had al drie dagen een party & gelukkig geen van allen ziek geweest. Ik heb hele potten poinsettia’s en bloesem staan en hoop ze over te houden tot het nieuwe jaar. Oudejaarsavond heb ik mensen voor dinner & daarna naar de Country Club. We gaan zelden uit, maar zulke feestdagen moeten herdacht worden. […] Kleine Frans probeerde direct de lollypops en de chocola uit de boom te halen. Morgen gaat de jeugd schaatsen. Het is heerlijk zonnig weer en de koude valt dit jaar erg mee. Ik zou thuis best even om het hoekje willen kijken…

Mieke Melief

Klik hier om een reactie achter te laten

Laat een reactie achter: