Het tweede gesprek met Anneke

Het vertrek van de S.S. Sindoro van de Rotterdamsche Lloyd

Een donkere donderdag in november 2010. De wind rukt de laatste gele bladeren van de takken. We zijn weer op bezoek bij Anneke. Vanuit haar behaaglijke salon zien we de regen tegen de ramen slaan. Het stille, spiegelende water van de gracht van juli is nu onrustig en de korte golven slaan tegen de kloeke boten.

Naar het Verre Oosten

Een kruispunt van drie grote waterwegen van de Zuid-Hollandse delta ligt tweehonderd meter verderop, aan het eind van de Kuipershaven. Het water is hier niet te temmen. Het overstroomt iedere winter wel een keer de kaden. Een van die waterwegen, De Noord, stroomt naar de Nieuwe Maas. We staan hier dus in directe verbinding met de Rotterdamse Haven, van waaruit zovelen al op weg gingen naar Indië en waar Frans bijna een eeuw geleden naar het Verre Oosten vertrok.

Het vertrek uit Rotterdam

Terwijl ik het klotsende water observeer, dat voortgestuwd wordt langs de kade, dwalen mijn gedachten af naar dat vertrek uit Rotterdam en probeer ik me voor te stellen hoe Frans zich voelde toen hij in maart 1919 naar de Oost vertrok. Hij was pas 24! Vol verwachting, ongeduldig verlangend naar een andere wereld, getekend door wat hij al als jonge jongen had meegemaakt, vol wroeging jegens achterblijvende broers en zusjes, en bedroefd door het afscheid?

Een schat uit het verleden

We praten erover terwijl Anneke kerriesoep opdient op de mooi gedekte tafel. Op mijn verzoek is ze vóór onze komst in de studeerkamer gaan zoeken in het familiearchief. Het resultaat is een verschoten groene map van karton met de brieven van haar vader uit China, van 1919 tot 1928. Zelf heeft ze de brieven nooit gelezen. Nu ik ben begonnen me te verdiepen in het China van die tijd, ben ik verguld met deze schat uit het verleden en voel ik me dankbaar dat ik de brieven mag lezen. Eerbiedig neem ik ze mee naar huis.

Mieke Melief

Klik hier om een reactie achter te laten

Laat een reactie achter: