Family Christmas in China (1929-1946)

Frans en Willy in het Peninsula Hotel, Kowloon, Hong Kong (1929)
Frans de Jongh was in 1929 na zijn tweede verlof teruggekeerd als getrouwd man. Na hun huwelijksreis was het jonge paar aangekomen in China. Frans was overgeplaatst van het kantoor van de Holland China Handelscompagnie in Tientsin naar de vestiging in Hong Kong. Hij nam voorlopig zijn intrek in het Peninsula Hotel met zijn bruid Willy. Ze zochten nog een huis en dat was niet zo eenvoudig. Hun eerste kerstdag in China brachten ze door in het hotel. Op tweede kerstdag maakten ze een wandeltochtje naar de Tai Moh Shan, een berg van 975 meter hoogte. Daar hadden ze een prachtig uitzicht op de in de diepte gelegen New Territories, die in die tijd voornamelijk bestonden uit terrassen met rijstvelden. Daarna wandelden ze naar de Wang Nai Chung gap, zagen van bovenaf Deep Water Bay en de haven van Hong Kong.
Het jonge gezin in Tientsin (1931-1938)
De winters in het Noorden waren veel kouder dan die in Hong Kong en Shanghai. De dagen waren vaak zonnig en het vroor meestal dat het kraakte. Rond kerstmis werd er druk geschaatst op de grote vijvers bij de Country Club. Op de vijvers werd ook curling gespeeld. Op de riviertjes in de buurt van de stad werden regelmatig ijsbootraces gehouden of er werd gesleed met sleeën met een zeiltje erop. Verder kon je er op een grote prikslee, een paitze, over het ijs geduwd worden door een paitze coolie. Op de slee lagen grote aan elkaar gestikte dekens en stukken bont. Zowel volwassenen als kinderen droegen bontjassen. Het bont werd geïmporteerd vanuit Rusland. Rond de feestdagen, kerst en Oud en Nieuw werden er veel activiteiten geörganiseerd in de Country Club, zoals een fancy dress party voor de kinderen, heel opwindend vanwege de prijzen, en tea parties, muziek en andere gezelligheid.
Verlof en oorlogsdreiging in Europa (1939-1940)
Na een kort verlof in Europa (heen met de Oriënt Express en terug met de Italiaanse oceaanstomer de S.S. Conte Biancamano) keerde Frans de Jongh versneld met zijn gezin terug naar Tientsin in China in de veronderstelling dat de oorlogsdreiging in het Oosten geringer was, dat hij zijn zaken daar rustig kon voortzetten en dat zijn vrouw en kinderen daar veiliger waren. De bootreis duurde van 23 november tot 20 december 1939. Aan boord van het zeer luxe schip heerste een stemming van vrolijkheid en zorgeloosheid, een groot contrast met de treinreis door Duitsland, waar al spertijd gold, naar Genua, vanwaar het schip zou vertrekken. Op 20 december meerde het schip aan in Shanghai, waar de de chique warenhuizen helemaal in Christmas sfeer getooid waren. “Het was prachtig om te zien”, aldus Annie. (later Anneke). Een kleiner kustschip bracht het gezin naar Tientsin, waar ze aan land gingen bij de Taku Bar ( een zandbank:Tientsin had geen haven). De De Jonghs kwamen op 26 december aan in Tientsin. Het huis was kil en ongezellig. Geen kerstboom, geen kerstcadeautjes geen kerstsfeer, niks. Annie beleefde het als een grote domper. Ze riep verontwaardigd tegen haar ouders: “Het is toch kerstmis?” Het huis was erg vochtig omdat er in augustus een overstroming was geweest.
Ondanks alle onrust in Europa en Oost-Azië ging het leven van de familie de Jongh kalmpjes door. Het kantoor van Frans deed nog steeds goede zaken. Annies Eerste Heilige Communie werd een groot feest. De familie bracht een bezoekje aan Peking want de De Jonghs stelden hun zomervakantie in de badplaats Peitaiho uit. Annie kon gelukkig in Peitaiho logeren bij een vriendinnetje. Brieven tussen Europa en China bleven regelmatig over en weer gaan. Omdat het kerstfeest van 1939 in het water gevallen was vierden ze kerst 1940 uitbundig met een grote kerstboom, cadeaus en lekkers. Annie mocht mee naar de nachtmis, hetgeen ze heerlijk vond. Aan de kerstlunch, met kalkoen (de twee kalkoenen liepen voor de kerst nog vrolijk in de tuin), zaten ze met wel 15 mensen, gasten en kinderen meegerekend. Volgens Frans had Willy de lunch piekfijn verzorgd. ‘s Middags ging Willy met de kinderen tea’en bij vrienden. De kinderen gingen daarna zonder supper naar bed, omdat de tea ook een groot maal bleek te zijn.

Willy schreef: De kersttafel was versierd met kabouters, poinsettia en minikerstboompjes. De hele familie kreeg een souveniertje. De volgende dag hebben we koude kalkoen gehad met niertjes en gebakken eieren voor lunch & geen warm eten want de jeugd had al drie dagen een party & gelukkig geen van allen ziek geweest. Ik heb hele potten poinsettia’s en bloesem staan en hoop ze over te houden tot het nieuwe jaar. Oudejaarsavond heb ik mensen voor dinner & daarna naar de Country Club. We gaan zelden uit, maar zulke feestdagen moeten herdacht worden. […] Kleine Frans probeerde direct de lollypops en de chocola uit de boom te halen. Morgen gaat de jeugd schaatsen. Het is heerlijk zonnig weer en de koude valt dit jaar erg mee. Ik zou thuis best even om het hoekje willen kijken
Op 8 december 1941 (in China was het toen al 8 december; het lag aan de andere kant van de internationale datumlijn) vielen de Japanners de Amerikaanse haven Pearl Harbor op Hawaii aan. Het betekende ook de Japanse bezetting van China, vanuit het noordelijke Mantsjoerije. Ook Tientsin werd bezet. De buitenlanders kregen minder bewegingsvrijheid en konden hun concessies slechts in- en uitgaan via bewaakte roadblocks. Het zakenleven viel vrijwel stil. De postverbindingen konden niet meer functioneren zoals voorheen. De meisjes werden voor hun veiligheid tijdelijk ondergebracht in hun school, die tevens kostschool was voor kinderen van ouders die in de binnenlanden werkten. Gelukkig bleek dat na een paar weken niet meer nodig en de meisjes waren met kerst weer thuis in de Rue Dillon. Anneke herinnert zich dat deze kerst Russische en Poolse kostschoolmeisjes van Saint Joseph’s High School, die onder deze omstandigheden niet naar huis konden bij hen thuis werden uitgenodigd voor een tea party en dat er spelletjes gedaan werden, waaronder het Koekoekspel, dat je met een grote groep kunt spelen (zes à zeven mensen). Frans had dat spel in zijn jeugd altijd met zijn broers en zussen gespeeld. Het wordt nu nog steeds op familiereünies gespeeld wordt door Annekes kinderen en kleinkinderen.

Na de aanval op Pearl Harbor is er tot aan het einde van de oorlog nog maar sporadisch contact geweest tussen de familie de Jongh en het thuisfront. De gewone postdienst was opgeschort. Anneke vertelt dat hun leven in 1942 gewoon doorging in hun stad, maar uitstapjes buiten de stad kwamen niet meer voor. Hun leven was niet veranderd, ofschoon ze als geallieerden oorlogsgevangenen waren. Er gingen geruchten dat ze geïnterneerd zouden worden in de Engelse Concessie. Kerstmis vierden ze als vanouds met een kerstboom en op oudejaarsavond dineerden ze thuis. De oudste meisjes kwamen aan tafel in hun avondtoiletten.

In 1942 verliep de communicatie met het thuisfront via een bekende in Zwitserland of via het Rode Kruis. Het thuisfront ontving een briefkaart, geschreven op 24 oktober 1942.
Met een ferme kus wenschen we allen een Zalig Kerstfeest & Gelukkig Nieuwjaar. Wat zal het nieuwe jaar ons brengen. Vrede? Wij allen maken het best, de jeugd is hard aan de studie voor de overgang in Dec. Van de jongens nog niets gehoord. Allen gezond thuis? Hart. gr aan alle bekenden & veel liefs van Willy.
Beste Pa & Ma, familie,
Allen een zalig Kerstmis en ook alle goeds voor het Nieuwe jaar, dat laat ons hopen vrede zal brengen. Wij maken het hier best. Alles bij het oude gebleven en hopen hetzelfde voor U en de geheele familie. Sinds Uw R.K. (Rode Kruis) brief van 27/5 hebben wij geen verder bericht van U ontvangen. Wij hopen spoedig iets te hooren. Allen hartelijk gegroet, Frans
Kerst in Weihsien, Shantung, een japans interneringskamp (1943-1945)
Na jaren van onzekerheid en dreiging tijdens de Japanse bezetting van het Noorden van China en dus ook Tientsin (via de radio volgden Frans en Willy de opmars van het Japanse leger in Azië) werden de geallieerde burgers van Tientsin op de trein gezet naar een interneringskamp In Weihsien, Shantung. De vertaling van de Chinese naam van het kamp, een voormalige Amerikaanse Presbyteriaanse Missieschool luidde ironisch genoeg: Courtyard of the Happy Way, Weihsien Civilian Center. In het kamp was er gebrek aan alles. Er was te weinig eten en het eten was niet erg voedzaam. Kleding werd schaars en werd eindeloos gerepareerd. Er was een tekort aan medicijnen. Ook dat was uiterst problematisch omdat de inwoners vaker medische hulp nodig hadden. Brandstof was ook schaars, een groot probleem in de ijskoude Chinese winters. De geïnterneerden woonden dicht op elkaar in kleine kamers in barakken. Onderwijs werd goed georganiseerd met de middelen die er waren. Zo was papier natuurlijk een kostbaar goed. Om die reden werden de aantekeningen vaak uitgegumd. Ondanks alle ontberingen heerste er een grote solidariteit en werd het kamp door de gevangenen zelf gerund. Voor de jongeren organiseerde men Scouting en sport. Men voerde toneelstukken op, hield live concerten, zangavonden en avonden om naar grammofoonplaten te luisteren om de moed erin te houden.
Zeer geliefd waren de Saturday Night Dances, vaak opgeluisterd door een jazzcombo of andere bandjes. Verschillende kerkgenootschappen hielden diensten op de zondagen. Er waren veel priesters in het kamp, vooral in het begin. Kerst was natuurlijk heel belangrijk in deze benarde omstandigheden, zonder uitzicht op bevrijding. Niemand wist wat er zou gaan gebeuren. De mensen spaarden al maanden van te voren dingen uit hun mond om iets extra’s te hebben met kerst. Er waren mensen die geld gegeven hadden aan Chinese vrienden buiten het kamp om hen af en toe een pakket met levensmiddelen te sturen om hun magere dieet aan te vullen. De bewoners konden communiceren met de buitenwereld via formulieren van het Rode Kruis. Die werden echter lang niet altijd op de post gedaan door de Japanners. Door bemiddeling van het Rode Kruis konden de geïnterneerden comfort money krijgen van hun thuisland en konden zo voedselpakketten aanvragen, waar ook dingen in zaten als lucifers, shampoo, zeep en waspoeder. Ze legden zo een voorraadje lekkernijen aan voor de kerst. Maar vooral rond Kerstmis 1944, gedurende de laatste winter in het kamp, waren veel mensen ondervoed en was het bijzonder moeilijk om er nog iets van te maken.
Laatste kerst in China (1945)
Frans en Willy keerden met hun kinderen uit Weihsien met een vliegtuig naar Tientsin terug in oktober 1945. In augustus waren ze bevrijd door de Amerikanen, maar wegens de door milities opgeblazen spoorlijnen liet het vervoer lang op zich wachten. In Tientsin bleek hun huis ingenomen te zijn door de compradore, Frans’ Chinese counterpart. Na enig overleg werd besloten het grote pand in de rue Dillon met hem te delen. Veel buitenlanders waren al vertrokken en de voorrechten en Concessies van de buitenlanders waren inmiddels opgeheven. Het leven en werken in China was een stuk moeilijker geworden. Frans besloot toch om nog in China te blijven om te proberen of de Holland China Handelscompagnie nog een positie kon heroveren op de Chinese markt. Willy zou met de kinderen in maart 1946 met een repatriëringsschip naar Nederland teruggaan.
Hun laatste kerst samen in Tientsin was huiselijk en rustig. Ze hadden een grote kerstboom. Er waren weinig cadeaus voor de kinderen, omdat er vrijwel niets meer voor hen te krijgen was. Van de Amerikaanse marines die regelmatig op bezoek kwamen kreeg Frans Amerikaanse sigaren en Amerikaans bier Er is een fotootje van de Amerikaanse marinier Leen Oudshoorn met de kleine blonde Paul op schoot. Hij was een eenzame Amerikaan, waarvan de ouders ooit uit Holland naar Amerika geëmigreerd waren. Vaak kwam hij voor de gezelligheid op bezoek en daarom werd hij voor het kerstdiner van 1945 bij de De Jonghs uitgenodigd. Hij bracht voor iedereen een presentje mee. Anneke weet nog dat ze zijn gouden Sheaffer vulpen van hem kreeg met een apart pompsysteem, een kostbaar en deftig cadeau. Voortaan zou Annie kerstmis in Nederland vieren. Frans de Jongh keerde in 1947 gedesillusioneerd terug naar Nederland.